dinsdag 11 oktober 2011

Reisverslag Indonesië - Jakarta

Jakarta, Java 

Na vijfentachtig uur in het vliegtuig klem te hebben gezeten tussen een gestoorde Duitse en mijn eigen gestoorde Hollander, kon ik de Javaanse grond wel zoenen. We stapten het vliegtuig uit en de eerste geuren van Nasi Goreng en Kretek kwamen ons tegemoet. Het rook naar kruidnagel van de sigaretten en naar exotische planten, vermengd met de autogassen van Jakarta. Heerlijk!

Al maanden snakte ik naar die broeierige warmte die dit soort landen eigen is, en wat genoot ik daarvan! Omdat we pas om half elf 's avonds aan zouden komen, hadden we in Nederland alvast een hotel geboekt voor de eerste nacht. We verbleven in het 'Aston Cenkareng City Hotel', dat zo’n drie kwartier rijden was vanaf het vliegveld. Voor vijftig euro (twee personen, een kamer) bleken we een aardig luxe hotel te hebben geregeld. Ook bleken we tot vier uur ’s nachts in ons bed te kunnen genieten van de rave party beneden in het café.

Het plan was dus om de volgende dag direct richting Pangandaran (het strand aan de zuidkust) te gaan, want Jakarta leek ons niet de meest relaxte vakantiebestemming. Net als in de rest van Zuidoost-Azië, vliegen de scooters je hier om je oren en lijkt er op elk moment van de dag een file te staan. Toch heeft het stukje Jakarta om on hotel heen me aardig verrast. De mensen waren oprecht vriendelijk en op de eerste avond heb ik meteen al de lekkerste Nasi Goreng gegeten, voor vijfentwintig cent bij een straatkarretje.

In totaal zijn we een week in Java gebleven, en het was overal hetzelfde; vriendelijke mensen en goddelijk eten. We hebben een week lang van de straat gegeten, en daar geen moment spijt van gehad.

Local Indonesian food is the best!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten